Mindful zelfcompassie kan voor zorgprofessionals een hele bruikbare en praktische tool zijn om in de dagelijkse praktijk, ín en buiten de zorgtaken, innerlijke rust en vriendelijkheid naar de eigen persoon te cultiveren. Dit heeft niet alleen een grote impact op het welbevinden en gezondheid van jou als zorgprofessional, maar ook op de relatie met je patiënt of cliënt en dus op de effectiviteit van de zorg.
Als zorgprofessional doe je je werk meestal met plezier en overgave. Vaak vanuit een diepe intrinsieke motivatie om anderen te helpen en met veel compassie. Maar als je veel te maken hebt met menselijk lijden word je zelf ook belast. Als mens heb je het vermogen om mee te resoneren met de emoties van anderen en dat kan zorgen voor opbouw van veel stress. Combineer je dat met hoge eisen die je aan jezelf stelt, de neiging om veel te geven en de wil om sterk te zijn en geen zwakte te tonen, dan heb je een effectief recept voor toenemende stress en mogelijke burn-out.
Zorg voor zorgprofessionals
Compassie is het vermogen om je betrokken te voelen bij pijn en lijden van jezelf en van anderen. Met daarbij de wens en de motivatie om deze pijn en dit lijden te verlichten, dit geldt zeker voor zorgprofessionals. Van den Brink en Koster omschrijven deze twee kanten als ontvankelijk en actief. Ontvankelijk – oog in oog staan met het leed dat er nu eenmaal is, met de moed om je hart daarvoor te openen en het geduld om dit te verdragen. Actief – en daarbij ook de verantwoordelijkheid nemen om het leed, waar mogelijk te verzachten.
Het vermogen tot compassie is bij ieder mens aanwezig en heeft diepe wortels in onze evolutiegeschiedenis. Hoe kwetsbaarder en minder talrijk de nakomelingen, hoe belangrijker het is voor de overleving van een soort dat individuen voor elkaar zorgen. Bij zoogdieren evolueerde het brein zich zo, dat het zeer gevoelig is geworden voor emoties en behoeften van anderen. We hebben het vermogen om mee te resoneren met de emoties van de ander. Dat brengt ons veel, maar daar kunnen we ook last van hebben.
Als we ons te veel openen voor het lijden van de ander en niet geleerd hebben onszelf welbewust te sluiten op sommige momenten, dan belast het ons hele systeem. Het geeft ons onnodig veel stress en vermindert ons welzijn. Maar ook als we ons teveel afsluiten of geleerd hebben om ons af te sluiten, verliezen we het vermogen om onszelf te voelen en daarmee ook de echte verbinding met de ander. Dat komt de effectiviteit van de zorgverlenersrelatie niet ten goede.
Zorgprofessional als beroep
In hun boek ‘Hart voor de dokter, over waarom dokters worstelen’ beschrijven Gooren & de Koning heel helder hoe de context van dokters bijdraagt aan het verminderd welbevinden en de hoge prevalentie van stress en burn-out klachten onder artsen.
Maar ook dat de persoonlijkheid van de arts hierbij een rol speelt. Van nature hebben artsen eigenschappen als betrokken, groot verantwoordelijkheidsgevoel, emotioneel afgestemd op anderen, consciëntieus, competitief, perfectionistisch, (zelf) kritisch en hardwerkend. Deze combinatie van eigenschappen wordt in onze westerse competitieve maatschappij over het algemeen zeer gewaardeerd en gestimuleerd. Medische faculteiten selecteren expliciet of impliciet vaak op dit profiel. En in de opleiding en werkomgeving worden deze van nature aanwezige eigenschappen nog eens aangemoedigd. Het is vaak een onbewust proces van socialisatie en conditionering wat zich laat zien als een ‘hidden curriculum’ voor de arts.
Dit helpt dokters hun werk effectief te doen, terwijl ze te maken hebben met stressvolle en lange werkdagen. Tegelijkertijd leidt dit tot een cultuur waarin de arts die patiënten voorop stelt en zichzelf opoffert, wordt geprezen. En waarin fouten, zelfzorg, emotionele betrokkenheid en (psychische) ziekte van de arts vaak als zwakte wordt gezien. Het motto is ‘niet zeuren maar doorgaan’. Uitval is zo snel geen optie, want dan belast je je collega’s die het al druk genoeg hebben. En als dat dan gebeurt, is er vaak een groot schuldgevoel, of een gevoel van falen.
Dit geldt natuurlijk niet alleen voor artsen. Ook andere zorgverleners zullen herkennen dat het op de eerste plaats zetten van de patiënt of cliënt, datgene waarom ze zorgverlener zijn geworden, steeds moeilijker wordt door de vele eisen van buitenaf. In combinatie met de vaak hoge eisen die ze zichzelf stellen, de neiging om veel te geven en de wil om sterk te zijn en geen zwakte te tonen, leidt dit toenemende stress en burn-out.
Zorgprofessionals zijn net mensen
Daarbij heb je ook nog andere rollen dan je zorgverlenersrol, je bent vader of moeder, partner, kind, vriend(in), atleet -en dus vrijwilliger- in een atletiekvereniging, etc. En je kan zelf ook gezondheidsproblemen of relatieproblemen hebben of in een andere lastige situatie zitten. Kortom, het valt niet mee om al die ballen in de lucht te houden. Maar de compassie voor jezelf en wat er in je eigen leven speelt, is niet altijd vanzelfsprekend. Zeker als je vaak met moeilijke situaties en het lijden van anderen geconfronteerd wordt.
Zorgverlenersmoeheid
De hoeveelheid plaatsvervangend lijden dat we kunnen dragen heeft een grens. Dat geldt voor ons allemaal. Als we voortdurend empathisch resoneren met mensen die lijden, kan het energie slurpen en zelfs overweldigend zijn, en leiden tot zorgverlenersmoeheid en burnout. Als het teveel wordt, gaan we ons verzetten en kan uitputting ontstaan. Het resultaat is dat we een hekel kunnen krijgen aan de mensen voor wie we moeten zorgen. En daar kunnen we ons dan ook weer schuldig over voelen, terwijl dit een gewone menselijke reactie is. Daarmee bouwen we onbewust nog meer stress op. Maar ook als we ons onbewust teveel afsluiten en in de overlevingsstand gaan, verliezen we onze veerkracht en welbevinden. Wat leidt tot verminderde effectiviteit in onze zorgverlening.
“Een grote uitdaging waar we in de toekomst van de zorg voor staan, is de gezondheid van onze zorgverleners. Als zij goed in hun vel zitten, kunnen ze de beste zorg leveren aan patiënten.
voorwoord Carina Hilders in ´Hart voor de Dokter´
Zelfzorg als medicijn
Goede zelfzorg is dan extra belangrijk. De beperking van standaard zelfzorg activiteiten zoals voldoende slaap, ontspanning of sporten, is dat we ze alleen maar kunnen ondernemen op het moment dat we niet voor een ander aan het zorgen zijn. Ze helpen ons niet terwijl we zorg verlenen! We hebben iets nodig wat we kunnen doen tijdens het werk. Zelfcompassie voorziet daarin. Als het lastig wordt, heb je dan een innerlijke vriend of een innerlijke vijand? Zelfkritiek in dit soort situaties vergroot je stress. Zelfcompassie helpt je om jezelf te dragen in die lastige situaties. En wat zo mooi is, het kan beoefend worden tijdens die lastige situaties.
Als we onszelf en onze emoties leren te kalmeren, te troosten en te verzachten, zal de persoon voor wie je zorgt zich ook kalmer en meer getroost voelen. In andere woorden: als we onze eigen innerlijke rust en vriendelijkheid cultiveren, helpen we ook de ander om dit meer te ervaren. Dit heeft niet alleen een grote impact op het welbevinden en gezondheid van jou als zorgprofessional, maar ook op de relatie met je patiënt of je cliënt en dus op de effectiviteit van de zorg.
Lichaam cruciaal in het beleven en verwerken van emoties
De westerse cultuur is sterk gericht op het hoofd en op denken en heel weinig op het lichaam en op voelen, zegt psychiater Van der Kolk in zijn boek over ‘The body keeps the score’. Terwijl het bewijs groeit dat het lichaam een cruciale rol speelt bij psychologische gezondheid, wordt er nog veel te weinig aandacht aan besteed. Hoofd en lichaam zijn veel meer met elkaar verbonden dan in de standaard gezondheidszorg wordt geaccepteerd. Van der Kolk beschouwt het lichaam als cruciaal voor het beleven en verwerken van emoties. Zijn inzichten bouwen voort op het werk van de Franse filosoof Merleau-Ponty. Die stelt dat we ons lijf niet zozeer ‘hebben’ maar ‘bewonen’. Je lichamelijk verbonden voelen, is cruciaal om met vervelende omstandigheden om te kunnen gaan.
Dat geldt ook voor je verbonden weten met je patiënt of cliënt. Want het is de unieke relatie tussen dokter, verzorgende of hulpverlener en de patiënt of cliënt die centraal staat in de zorg. Als deze goed is, draagt dat in grote mate bij aan goede zorgverlening en het herstellend en dragend vermogen van de patiënt of cliënt. De belangrijkste voorwaarde hiervoor is een oprechte aandacht en zorg voor jezelf, voor wat je voelt, wat je ervaart. Juist ook als je aan het zorgen bent voor anderen. Al ben je dat als zorgprofessional misschien nog niet zo gewend. Training in zelfcompassie kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren.
‘Zorgen voor je innerlijke staat word je meestal niet geleerd tijdens je opleiding’
De kracht van zelfcompassie
Zelfcompassie is een vriendelijke en begripvolle houding naar jezelf ten aanzien van wat lastige en emotioneel uitdagende situaties met je doen. Bijvoorbeeld tijdens het zorgen voor een complexe cliënt, of het aanwezig zijn bij echt pijnlijke situaties met anderen. Maar ook als je naar je gevoel tekort schiet, een fout maakt, iets mislukt of het je gewoon niet lukt om alle ballen in de lucht te houden. Maar zo gaan we lang niet altijd met onszelf om. Het omgaan met de zorgverlenersdynamiek en een begripvolle houding leren aannemen naar jezelf is te ontwikkelen. Waardoor je veerkracht vergroot en je welzijn herstelt.
De praktische en toegankelijke training Mindful Zelfcompassie helpt daarbij. Juist voor mensen die de lat hoog leggen en kritisch naar zichzelf kijken, helpt Mindful Zelfcompassie om de veerkracht te herstellen. Stap voor stap wordt de nodige kennis opgebouwd over het brein en emotieregulatiemechanismen. Daarnaast zorgen oefeningen dat je zelfcompassie in de praktijk inzet. In de training is er alle ruimte om te ontdekken wat het beste bij een persoon past om het natuurlijke vermogen tot zelfcompassie verder te ontwikkelen.
Je kan deze training zien als een ‘resource building’ training, een recept voor levenslange vitaliteit. Je leert om een stevig fundament te leggen voor persoonlijk leiderschap, waardoor je met meer veerkracht, vitaliteit en innerlijke rust kunt omgaan met uitdagende situaties. En dat is juist waar onze zorgverleners sterk in de schoenen moeten blijven staan, maar zonder uit balans te raken. Zodat de kwaliteit van zorg ten goede komt waarbij oog is voor de patiënt én voor jouzelf als zorgverlener.
Alvast beginnen?
Een basis oefening voor zelfcompassie is de Zelfcompassie pauze. Je neemt een kort moment om erkennen dat een lastige situatie iets met je doet. Je realiseert je dat dit menselijk is en je benadert jezelf actief met vriendelijkheid. Van hieruit kan de innerlijke rust en ruimte ontstaan om de situatie op een goede manier het hoofd te bieden. Klik hier voor de oefening.
Wetenschappelijk onderbouwd
De training van Humanity at work is gebaseerd op het gedachtegoed van Kristin Neff en Chris Germer. Zij hebben uitgebreid de impact van de training in Mindful Zelfcompassie onderzocht. Inmiddels zijn er tientallen onderzoeken die het positieve effect van zelfcompassie bij zorgverleners/artsen hebben vastgesteld.
Over ons
Humanity at work levert graag een positieve bijdrage aan groei van mensen en menselijkheid in organisaties. Wij zijn ervaren gedragstrainers en geven coaching in een inspirerende en warme leeromgeving. We hebben aan den lijve ervaren hoe zelfcompassie je kan ondersteunen in het versterken en helen van de relatie met jezelf en anderen. We zijn ervan overtuigd dat het bewust beïnvloeden van je ‘state of mind’ een bijdrage levert aan een gezondere en betere wereld. Wij gaan graag met jullie in gesprek.
Simone van Slooten en Frida Huigen